Alvleesklierziekte bij de hond

Bij honden zijn er drie verschillende aandoeningen die de alvleesklier kunnen beïnvloeden.

1. De meest bekende aandoening is suikerziekte, Diabetes mellitus genoemd, waarbij de alvleesklier niet voldoende insuline produceert.
2. Een tweede aandoening is alvleesklierontsteking, ook wel pancreatitis genoemd. Dit is een pijnlijke ontsteking waarbij de spijsverteringssappen van de alvleesklier de alvleesklier zelf beginnen te verteren.
3. De minst voorkomende aandoening van de alvleesklier bij honden wordt afgekort als EPI. Bij deze aandoening stopt de alvleesklier met de productie van spijsverteringssappen.

Waarom functioneert de alvleesklier niet meer?

De alvleesklier is verdwenen als gevolg van een chronische ontsteking. Deze ontsteking is het gevolg van een reactie van het lichaam zelf, zonder de betrokkenheid van bacteriën en virussen.

Deze ontsteking verloopt doorgaans onopgemerkt, zowel voor de diereigenaar als voor de hond. Honden vertonen pas symptomen van diarree wanneer er bijna geen alvleesklierweefsel meer over is, omdat het orgaan zich niet meer kan herstellen.

Als gevolg hiervan heeft de hond de rest van zijn leven behandeling en zorg nodig.

Wat zijn de symptomen van EPI?

• Grote hoeveelheden ontlasting
• Diarree met een grijze kleur, vergelijkbaar met stopverf
• Aanzienlijk gewichtsverlies
• Toegenomen eetlust en pica-gedrag (het eten van niet-eetbare voorwerpen)

Hoe wordt EPI behandeld?

EPI wordt behandeld met alvleesklierenzymen, zoals Zymoral^®.

Het is essentieel om het poeder grondig door het voedsel te mengen, en bij elke maaltijd en tussendoortje moet dit poeder worden toegevoegd. Om ervoor te zorgen dat het poeder aan de brokken blijft plakken, is het noodzakelijk de brokken eerst lichtjes te bevochtigen voordat het poeder erover wordt gestrooid.

Wat is de beste voeding voor honden met pancreatitis?

Het is aanbevolen om goed verteerbare voeding te geven en vetrijk voedsel te vermijden. Het dagelijkse voedingspatroon dient te worden verdeeld over minstens twee maaltijden per dag. Het doel van voeding voor honden met pancreatitis is om de alvleesklier een rustpauze te geven zodat deze zich kan herstellen.

Het eten van voeding met veel vetten en eiwitten zorgt ervoor dat de alvleesklier veel spijsverteringsenzymen moet produceren. Om de alvleesklier wat rust te gunnen moet u dus voeding met minder vet en eiwitten geven. 

De algemene aanbeveling is een dieet met 10% - 15% vet op basis van droge stof. Voor ernstigere gevallen, met name met bijbehorende risicofactoren als hyperlipidemie, wordt een vetgehalte van minder dan 10% van de droge stof aanbevolen. De basis voor droge stof is het percentage van een voedingsstof dat het vochtgehalte negeert. Dus wat het percentage zou zijn met al het verwijderde vocht.

Het aanbevolen eiwitgehalte in een dieet voor honden met pancreatitis is 15% - 30% op basis van droge stof.

Omdat ze minder eiwitten krijgen is het belangrijk dat het eiwit dat ze krijgen van hoge kwaliteit gemakkelijk verteerbaar is en het juiste evenwicht heeft tussen aminozuren, zoals bij vis.

Pancreatitis kan een ontstekingscyclus veroorzaken.  EPA en DHA omega 3-vetzuren uit mariene bronnen kunnen helpen bij deze ontsteking door het natuurlijke ontstekingsremmende proces van het lichaam te ondersteunen.

Honden en katten met EPI hebben vaak ook behoefte aan vitamine B12-injecties als onderdeel van hun behandeling.

Gelijktijdige aandoeningen

Soms hebben honden niet alleen pancreatitis maar ook een andere aandoening. Dit heeft gevolgen voor hun voedingsbehoeften. Bekijk het SPECIFIC voedingsadvies per aandoening hieronder:

SPECIFIC Digestive Support - range

Klik op de afbeelding en vind de range producten in SPECIFIC Digestive Support.