-
OIE Terrestial Manual (2018), Chapter 3.3.2. – Avian Infectious Bronchitis
-
Jackwood, M.W.; deWit, J.J.: “Infectious bronchitis.” In Diseases of Poultry, 13th ed.; Blackwell Publishing: Ames, IA, USA, 2013; pp. 139–160.
-
R. A. Gallardo: “Infectious bronchitis virus variants in chickens: evolution, surveillance, control and prevention.” Austral J Vet Sci 53, 55-62 (2021)
-
Domingo, E.; Holland, J.J. “Rna virus mutations and fitness for survival.” Annu. Rev. Microbiol. (1997), 51, 151–178.
-
M. Legnardi, et al.: “Infectious Bronchitis Virus Evolution, Diagnosis and Control.” Sci. (2020), 7, 79; R.
-
F. Bande et al.: “Global distributions and strain diversity of avian infectious bronchitis virus: a review.” Animal Health Research Reviews 18(1); 70–83 (2017)
-
De Wit J.J.,et al.(2013). The required sample size in vaccination-challenge experiments with infectious bronchitis virus, a meta-analysis. Avian Pathol, 42, 9–16.
-
Valastro V, Holmes EC, Britton P, Fusaro A, Jackwood MW, Cattoli G, Monne I. S1 gene-based phylogeny of infectious bronchitis virus: An attempt to harmonize virus classification. Infect Genet Evol. 2016 Apr;39:349-364.
-
F. Bande et al.: “Global distributions and strain diversity of avian infectious bronchitis virus: a review.” Animal Health Research Reviews 18(1); 70–83 (2017)
-
J. J. (Sjaak) de Wit , Jane K. A. Cook & Harold M. J. F. van der Heijden (2011): “Infectious bronchitis virus variants: a review of the history, current situation and control measures”, Avian Pathology, 40:3, 223-235, DOI: 10.1080/03079457.2011.566260
-
M. G. Dragović et al.(2022): “Safety of the live attenuated vaccine Avishield IB GI-13 against infectious bronchitis in SPF chickens during laying period”, Proceedings XIV symposium Poultry days, Croatia, May 11‐14, 2022, pp. 71-77
Aviaire infectieuze bronchitis (IB)
Over infectieuze bronchitis:
Infectieuze bronchitis (IB) is een zeer besmettelijke ziekte met een prevalentie van bijna 100% wereldwijd. De klinische symptomen bestaan voornamelijk uit acute ademhalingsstoornissen bij opgroeiend pluimvee. Het kan echter ook op jonge leeftijd een infectie van de eileider van legkippen veroorzaken, wat zorgt voor een ernstig verlies in eiproductie en misvormde eieren. Sommige stammen van het IB-virus (IBV) zijn nefropathogeen en kunnen acute nefritis, urolithiasis en sterfte veroorzaken, vooral bij jonge vogels.1,2
Economische verliezen voor boeren kunnen optreden door:
- Ademhalingsaandoeningen
- Nierbeschadiging
- Verhoogde sterfte
- Verminderde groei of eiproductie
- Verminderde kwaliteit van eieren
- Schijnleggers
Hoe heeft het IB-virus (IBV) zich in de loop der jaren ontwikkeld?
IBV werd voor het eerst geïdentificeerd in 1931 in de VS als een respiratoire aandoening die voornamelijk jonge kuikens treft.3 IBV is de veroorzaker van één van de meest economisch belangrijke ziekten in de moderne pluimvee-industrie.4
Verscheidene soorten pluimvee zijn potentiële dragers van het virus, maar de voornaamste gastheren zijn kippen.2
Coronavirussen (RNA-virus) staan bekend om hun hoge mutatiesnelheid in combinatie met korte replicatietijden.5 Hierdoor kan het virus snel nieuwe stammen creëren, wat het ook moeilijk maakt om het aan te pakken en te beheersen. De grote diversiteit van de viruspopulatie die door de gastheer (met name het immuunsysteem) moet worden gemodelleerd, leidt tot het voortdurend ontstaan van nieuwe varianten.6
Serotypes
Om de genetische varianten van IBV van elkaar te onderscheiden, is een serotypering van het genetisch materiaal van het virus vastgesteld. De meest voorkomende serotypes in Europa zijn:
- D388 (QX-variant)
- UK 793B; CR88
- Massachusetts type (b.v. H120)
- Italiaans type -02
Een nieuwer en preciezer classificatiesysteem werd in 2016 voorgesteld en wordt sindsdien door epidemiologen gebruikt. Het is gebaseerd op fylogenetische methoden en het beschrijft de relaties tussen verschillende stammen om zo een standaardnomenclatuur te gebruiken in de praktijk voor identificatie van nieuwe genetische varianten.7
In Europa is QX-variant IBV (GI-19) beschreven als het meest uitdagende serotype van IBV in Europa, gevolgd door 793B (GI-13) en de stammen (GI-1 en GI-21).7,8
Hoe kunnen koppels tegen IB worden beschermd
Levende virusvaccins zijn al geruime tijd een kosteneffectieve oplossing voor bescherming tegen IB.
Wereldwijd vertoont de prevalentie van verschillende IB-serotypes sterke verschillen tussen continenten en regio's.7 De variabiliteit van IBV vereist voortdurende controle op het ontstaan van nieuwe varianten in het veld. De meeste landen hebben een vergunning voor vaccins tegen verschillende serotypes, afhankelijk van de lokale situatie en behoeften.1
De vaccins zorgen voor lokale immuniteit in de luchtwegen. Normaliter bieden vaccins de sterkste bescherming tegen hun specifieke serotype (homoloog), maar goed gekozen combinaties van vaccins van verschillende serotypes kunnen ook leiden tot kruisbescherming tegen andere veldstammen.9
Een juiste diagnose, opsporing en bewaking, zijn nodig om de circulerende IBV-serotypen te onderzoeken en goed te analyseren. Dit levert waardevolle inzichten op voor het maken van geschikte vaccinatieschema's, waardoor optimale bescherming tegen de ziekte wordt gegarandeerd. Beheren en controleren van immunosuppressieve ziekten moeten ook worden overwogen als onderdeel van IBV-preventie.3
Avishield IB GI-13 en het effect op de eierproductie tijdens de legperiode.
Het aviaire Infectieuze Bronchitis Virus (IBV) kan zich vermenigvuldigen in het oviduct en daar permanente schade veroorzaken bij jonge hennen. Als deze dieren volwassen zijn, gaan ze geen eieren leggen ondanks dat ze verder gezond zijn. Deze hennen worden 'schijnleggers' genoemd.
Symptomen van leghennen geïnfecteerd met IBV:
-
Serieuze daling in de eierproductie
-
Nadelige effecten op de eierkwaliteit
-
Verminderd uitkomen van de broedeieren
In gebieden met een hoge infectiedruk van circulerende veldvirussen, worden levend geattenueerde IB vaccins ook gebruikt tijdens de legperiode, met de intentie om de lokale bescherming van het ademhalingsstelsel op hoog niveau te houden.10
Het vaccin
De vaccinstam IB V173/11 in het Avishield IB GI-13 vaccin is een stam die genetisch behoort tot de GI-13 lijn en antigenetisch tot het 793 IBV serotype.
Virale infecties met dit serotype komen veel voor in Europa. Daarom bevatten de meeste vaccinatieprogramma's bij vleeskuikens, leghennen en ouderdieren levende vaccins van dit type2.
Avishield IB GI-13 maakt deel uit van het assortiment pluimveevaccins tegen diverse pluimvee-aandoeningen.
Samenvatting van het onderzoek:
Eén groep leghennen op de piek van de leg, werden gevaccineerd met een spraymethode met een 10-voudige dosering en 4 weken later met een maximale dosering Avishield IB GI-13 (Gele kippen en eieren in naaste afbeelding). Niet gevaccineerde leghennen werden opgenomen als controlegroep (Grijze kippen en eieren).
Gedurende het onderzoek werden de legkippen klinisch opgevolgd en werden de eieren verzameld om de kwantiteit en de kwaliteit van de eierschaal te beoordelen.
De eierproductie per kip op verschillende momenten in het onderzoek is weergegeven in bovenstaande afbeelding.
Bevindingen tussen de gevaccineerde kippen en de controlegroep:11
-
Geen klinische symptomen van IB
-
De kwaliteit van de eieren is niet veranderd
-
Geen statistisch verschil in eierproductie
Meer lezen?
Referenties add